Toespraak Ahmed Marcouch ter gelegenheid van Keti Koti 2022

Donderdag 30 juni gaf burgemeester Ahmed Marcouch een toespraak ter gelegenheid van Keti Koti 2022. U kunt op deze pagina de toespraak teruglezen.

Beste mensen, vandaag herdenken wij de tragedie der tragedies. 
Als één verhaal verteld moet worden, van generatie op generatie, is dat het verhaal over de slavernij - zwartste pagina die ooit geschreven is en brandmerk in een raam van mijn werkkamer, glas in lood met het familiewapen van burgemeester Pels Rijcken, als erfenis van één van mijn voorgangers.
 
In deze tijd van de slavernij herdenken zou ik docent willen zijn; meedoen aan uw vrijheidsdansen met Introdans bij Rozet, bij het kindercollege van Hannah Goudzand voor de klas staan, meezingen met het liedje van Bigi Gayman en meedraaien in de postcasts van de scholen. Want opvoeden betekent alles. Voor onze beschaving, voor onze humaniteit. In onze wijken, met ouders, docenten en vormingswerkers rond de kinderen. It takes a village to raise a child, dus ik hoop dat ook de buren mee opvoeden.  
 
Ik heb dit jaar veel aan u gedacht. Aan hoe nazaten als u na Keti Koti, na het verbreken van de ketens op officieel 1 juli 1863 in Suriname en de Nederlandse Antillen, vierhonderd jaar later nog steeds met achterstanden kampen. Dit weekend nog, toen in Melilla de hoge hekken werden bestormd die onze democratie afsluiten. Juist hier, op dit continent waar drie eeuwen lang de mensen in slavenboten werden geketend, vallen wanhopige Afrikanen ten prooi aan ronselaars die hen in wankele bootje de golven in sturen.

U heeft dit heel mooi gedaan - de missie vervuld om ons stapsgewijs in aanraking te brengen met onze zwartste pagina’s. Mild, omschrijf ik uw benadering zoals die bij ons binnenkomt. Wijs, want het is voor een mens, een volk, een hard gelag om de desillusies onder ogen te moeten zien over onze voorgeschiedenis en over onze voorouders. Ook voor de Gelderse VOC-koopmannen, zeeofficieren en landgoedbezitters. En ook voor hun werknemers van destijds op schepen, plantages en in de buitenverblijven. Daar waar wij altijd leerden dat wij onze rijkdom te danken hebben aan onze gouden kwaliteiten - zoals: de nieuwsgierigheid naar nieuwe werelden, het creatieve talent voor nieuwe reacties op nieuwe kansen, het uitzonderlijke doorzettingsvermogen om moedig te blijven in moeilijke omstandigheden en wie weet onze rijkdom ook wel danken aan de constructieve mentaliteit van ons geloof en nou vooruit,  soms ook aan wat goed geluk -  daar blijkt onze mooie welvaart, welzijn en cultuur op de schouders te staan van bevolkingsgroepen die zwaar geleden hebben.

Wij hebben de natuurlijke reactie om zulke zwarte waarheden te ontvluchten in plaats van te bestrijden, kent u dat verschijnsel? Maar qua Keti Koti zie ik ons juist geleidelijk de goede kant op bewegen. Dat komt door mensen zoals u, nazaten van de slavernij, die daar tijd en ruimte voor geven. Dat is wat ik wijs en mild noem en daar wil ik u voor danken. Volgens mij is de hele wereld gebaat bij uw houding, omdat overal ter wereld mensen van de illusie af moeten dat hun eigen bevolkingsgroep superieur is aan anderen. Dat zou heel wat racisme schelen. We bereiken dat niet door af en toe een klap uit te delen, maar door dagelijkse opvoeding, vanaf de wieg. Wij leren van u dat het kan, de ketenen van haat te verbreken. Wij kunnen de vrije mensen zijn die met elkaar een eerlijke toegankelijke samenleving bouwen. 

Wij kunnen op school en in de club met onze kinderen de kunst afkijken van de marrons, die zichzelf vrijmaakten, ontsnapt aan de handelaren en de kopers. En daarna nog jaren opgejaagd in de Surinaamse bossen.

Dit weekend zag ik in mijn huiskamer op Tiktok zo’n drijfjacht door gezagsdragers anno nu naar Afrikaanse vluchtelingen, tussen de Marokkaanse struiken, nadat wij een paar uur eerder bij Melilla rond de hekken opgestapelde lichamen van jonge mannen voor dood hebben zien liggen.
Op het continent nota bene waar vierhonderd jaar na de slavernij de nazaten lijden onder de achterstelling. Ze zijn het wild; voer voor zowel de grenswachten langs ons Europa als afgeschermde rechtstaat als voor de ronselaars in Afrika die hen voor grof geld ijskoud de zee in sturen.

Zó intens fout! 
Geen mens mag bezit zijn van een ander mens. Geen mens. Nu niet, nooit.

Niet in onze naam, mensen.

Dank u!