Slavernijverleden van Arnhem

Het slavernijverleden is een pijnlijk, belangrijk en tot voor kort onderbelicht onderdeel van onze gedeelde geschiedenis. In Arnhem besteden we aandacht aan de gevolgen van de koloniale slavernij die ook nu nog voelbaar zijn. Wij doen dit omdat Arnhem een stad wil zijn waar iedereen zich gezien, gehoord, gewaardeerd en veilig voelt. Waar iedereen gelijkwaardig is en zo behandeld wordt. En waar iedereen dezelfde kansen heeft.

Wat wordt bedoeld met het koloniale slavernijverleden van Nederland?

Het slavernijverleden is de tijd waarin Nederlanders 600.000 mensen per schip vervoerden van Afrika, Oost-Indië naar Noord- en Zuid-Amerika. Deze mensen werden verkocht (verhandeld) om onder dwang te werken in slavernij. Dit gebeurde van de 17e tot en met de 19e eeuw.

Waarom al die aandacht voor het slavernijverleden? Het is toch niet onze schuld?

Tijdens het slavernijverleden werden mensen van kleur verhandeld en uitgebuit. Ze leefden meestal onder onmenselijke omstandigheden en waren niet vrij om hun eigen leven te leiden. Witte mensen profiteerden hier juist van. Veel mensen weten dit helemaal niet. Daarom besteden we hier aandacht aan. Maar ook omdat de ongelijke machtsverhouding tussen zwart en wit er nog steeds is.

Wat onze voorouders deden, is niet onze fout. Maar wat er in het verleden is gebeurd, werkt nog door in ons dagelijkse denken en doen. Zonder dat we dat beseffen. De ongelijkheid tussen zwart en wit leeft in onze generatie door in vooroordelen en racisme. Racisme is het idee dat mensen met een bepaalde afkomst, huidskleur of religie minder zijn dan andere. Uiterlijke kenmerken worden gekoppeld aan bepaalde eigenschappen. Met een zwarte huidskleur word je bijvoorbeeld eerder voor crimineel of arm aangezien, terwijl je met een witte huidskleur slimmer of rijker wordt ingeschat. Mensen van kleur worden nog dagelijks gediscrimineerd en ongelijk behandeld. De sociaal-economische positie van de kinderen van tot slaaf gemaakten is vaak slechter dan die van oorspronkelijke Nederlanders.

Daar willen we wat aan doen door zoveel mogelijk mensen hier bewust van te maken en te herdenken en te vertellen hoe het verleden doorwerkt in de huidige samenleving.

Wat doet gemeente Arnhem om Arnhemmers bewust te maken van het slavernijverleden en de doorwerking ervan in het heden?

  • We deden van juli 2023 tot juli 2024 mee aan het nationale Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Op 1 juli 2023 was het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft. De afschaffing van de slavernij was de eerste stap naar vrijheid en gelijkheid voor alle mensen. Helaas zijn we nog niet zover dat dat voor iedereen geldt. Daarom deden wij mee aan het herdenkingsjaar. In het herdenkingsjaar hebben zo’n 10 organisaties activiteiten georganiseerd met financiering vanuit onze subsidieregeling Herdenkingsjaar slavernijverleden. Daarnaast zijn er activiteiten georganiseerd die bijdragen aan de doelstellingen van antiracisme. De subsidie herdenkingsjaar slavernijverleden is per 1 juli gestopt. De subsidieregeling voor activiteiten die bijdragen aan bewustwording, kennis en dialoog over racisme loopt nog tot 2027 door. 
  • De gemeente liet onderzoek doen naar sporen van het slavernijverleden in Arnhem (zie alinea hieronder), met bijzondere aandacht voor de rol van het stadsbestuur. 
  • We organiseerden in mei, juni en september 2024 lezingen over sporen van het slavernijverleden die in Arnhem zijn te vinden.
  • Wij boden Arnhemmers met een Surinaamse- en Indische / Indonesische achtergrond workshops aan waarin zij hun familiegeschiedenis konden onderzoeken. Omdat we weten dat de gevolgen van het Nederlandse koloniale- en slavernijverleden van generatie op generatie doorwerken. En we hen willen helpen om hiervan te helen. Dat leverde een aantal mooie persoonlijke verhalen op die vanaf 5 juli 2024 online te lezen zijn op www.ketikotiarnhem.nl en mijngelderland.nl
  • De Arnhemse week tegen racisme (18 tot en met 23 maart 2024) stond in het teken van het koloniaal verleden en de impact op hedendaags racisme.
  • We doen mee met de Viering Keti Koti / Kibra Kadena (Keti Koti en Kibra Kadena betekenen ‘verbroken ketenen’, verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaaf gemaakten vastgezet werden).
  • De gemeente Arnhem heeft het kabinet opgeroepen om 1 juli tot een nationale feestdag te maken ter viering van het einde van de slavernij.
  • Arnhem krijgt een Keti Koti-monument.
  • Maakte het college van burgemeester & wethouders excuses voor de betrokkenheid van het Arnhemse stadsbestuur voor zijn rol in het slavernijverleden.
  • Benoemde de gemeente Marilyn A-Kum als eerste Arnhemse Coördinator Discriminatie en Racisme. 
  • Kwam er een regeling voor inwoners die hun achternaam willen veranderen, omdat die herleidbaar is naar het slavernijverleden. Zij kunnen de extra kosten daarvan deels vergoed krijgen van de gemeente Arnhem. 
  • De nieuwste straten in Schuytgraaf worden vernoemd naar vrouwelijke activisten tegen racisme en discriminatie. En we voorzien bestaande, omstreden straatnamen van context, zoals in de Transvaalbuurt. 

Welke rol speelden Arnhemmers en de gemeente in het slavernijverleden?

Bestuurders en andere Arnhemmers waren over meerdere eeuwen, direct en indirect, betrokken bij koloniale slavernij. De stad heeft daar profijt van gehad. Zo zijn bijvoorbeeld de geroemde Arnhemse parken mede voortgekomen uit slavernijgelden. Dat staat in het rapport ‘Sporen van slavernijverleden in Arnhem’ (pdf, 9MB) dat burgemeester Ahmed Marcouch op 18 maart op het gelijknamige symposium met een toespraak in ontvangst nam. De gemeente liet dit onderzoek doen om een beter beeld te krijgen van het Arnhemse slavernijverleden en de eventuele betrokkenheid van het toenmalige stadsbestuur. Bekijk het symposium terug in de video's van het symposium 'Sporen van slavernijverleden in Arnhem'.

‘Sporen slavernijverleden Arnhem’ is een indringend overzicht van hoe het koloniale systeem, waar slavernij onlosmakelijk mee verbonden was, overal in Arnhem is terug te vinden. En dit is ook te herleiden tot de Arnhemse stadsbestuurders destijds. De burgemeester sprak tijdens het symposium hierover de volgende woorden: “En dan zijn vervolgens onze doorleefde excuses zeer op zijn plaats.” Dat deed hij tijdens de herdenking op 30 juni 2024.

Waarom zou je excuses moeten maken voor iets dat je zelf niet hebt gedaan én heel lang geleden is gebeurd? 

Individuele personen hoeven niet per se excuses te maken, maar wel de vertegenwoordigers van de bevolking. Want de overheid heeft de verantwoordelijkheid om fouten van politieke voorgangers ‘recht te zetten’. Dat de slavernijperiode lang geleden is, maakt excuses niet minder belangrijk. Waarom? Het slavernijverleden is tot nu toe vooral verteld vanuit het gezichtspunt van de witte bevolking. Ervaringen van (nazaten van) tot slaaf gemaakten werden veel minder gedeeld of zelfs verzwegen. Door excuses aan te bieden, erkennen we dat ook die kant van de geschiedenis ertoe doet. Want hiermee laten we zien dat we de (nazaten van) tot slaaf gemaakten serieus nemen. Door excuses te maken, beloven we ook om voortaan anders om te gaan met het verleden.