Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie

Toespraak Ahmed Marcouch – Herdenking Slag om Arnhem 2024

Geachte aanwezigen,

Graag heet ik u allen hartelijk welkom bij de jaarlijkse herdenking van de Slag om Arnhem. In het bijzonder: de veteranen die hier voor mij zitten, de aanwezige ambassadeurs, de Voorzitters van de Staten-Generaal, staatssecretaris Karremans, mevrouw Bouhuis, mevrouw Frost, achterkleinkinderen Sosabowski en de Arnhemse 80-jarigen. Het is een eer om u vandaag te mogen ontvangen. Precies tachtig jaar geleden, op 20 september 1944, vloog deze kerk in brand. Stelt u het zich voor. Dagenlange Duitse beschietingen rond de Rijnbrug hadden de Britse soldaten bij de brug in het nauw gedreven. Steeds meer panden vatten vlam. En uiteindelijk ook de Eusebius. Arnhems trots, Arnhems hart, Arnhems symbool van veerkracht.

Wie de lift naar boven neemt, kan ze zien: de apocalyptische beelden van de brandende toren, de vallende stukken steen, de vluchtende mensen. De Eusebius veranderde in een vuurtoren die zichzelf opofferde om zijn waarschuwing uit te schreeuwen: Arnhem is in gevaar! En Arnhem wás ook in gevaar. Op diezelfde 20e september nam Operatie Market Garden een rampzalige wending. Op de dag dat de Waalbrug werd veroverd, werd duidelijk dat het doek viel voor de Rijnbrug. Met gruwelijke gevolgen voor Nederland en heel Europa. Ineens was vrede ver weg. Vandaag eren wij allen die vielen tijdens de Slag om Arnhem. Alle Arnhemmers en inwoners van omliggende plaatsen. Alle dappere soldaten die vochten om Arnhem, Nederland en daarmee de rest van Europa te bevrijden. De Britten, Polen, Canadezen en Amerikanen. Die herinnering blijft. Wat ook nooit opdroogt, is het oneindige reservoir van verhalen dat de Slag vormt. Verhalen van mensen die elk op hun eigen manier hebben gestreden voor vrede, hoop en menselijkheid.

Zoals het verhaal van de heroïsche strijd van John Frost en zijn mannen. Ik denk aan hen, steeds als ik over de brug loop die naar Frost is vernoemd. En de bijzondere geschiedenis van de Joodse veteraan Max Wolff uit Arnhem. Zijn levensverhaal vormt vanavond de rode draad bij Bridge to Liberation. Hoe hij hielp bij het identificeren en begraven van de geallieerde slachtoffers van de Slag om Arnhem, staat in mijn hart gegrift. Of het tragische verhaal van de wijze Poolse generaal Sosabowski. De Polen wilden zo graag hun landgenoten thuis te hulp komen, maar in plaats daarvan vocht hun Parachutistenbrigade voor óns. Het is betreurenswaardig dat het tot ver na de dood van de generaal duurde tot de Polen de eer kregen die zij zozeer verdienen. Om onze Poolse vrienden te bedanken, richt ik mij nu in mijn beste Pools tot mevrouw Kassangana, de Poolse ambassadeur in Nederland, en tot minister Parell:

Szanowna panii Ambassador,
Szanowny pan Minister Parell,
Szanowny pan Sosabowski,
Szanowni Polacy,
Generauw Sosabowski ii jego loedzje som dla nas bohateramii.

My niigdy nje zapomniime iich bohaterskjej walkie o Arnhem ii Holandje.

De Slag om Arnhem is ook het verhaal van verpleegster Hendrika van der Vlist. Die onvermoeibaar soldaten van beide kanten verzorgde. Zonder aanziens des persoons. Het verhaal van verzetsman Piet Kruyff. Kort voor de Slag had zijn verzetsgroep een brug opgeblazen. De bezetters eisten dat de daders zich zouden melden, anders zouden er elke dag willekeurige burgers geëxecuteerd worden. De luchtlandingen voorkwamen dat. Later was Kruijff betrokken bij de spectaculaire Operatie Pegasus, die de Britse generaal Lathbury met zijn geallieerde soldaten hielp om te vluchten.

Het verhaal van Jeff Roberts, die als 19-jarige vocht bij Hotel Dreijeroord in Oosterbeek. In twee dagen van bittere strijd verloor hij veel van zijn kameraden. Elk jaar keert hij terug naar deze plek om hen te herdenken. En het is het verhaal van Guram Kashia, een van de populairste voetballers ooit van Vitesse. We herinneren ons Kashia, als aanvoerder saluerend voor de veteranen bij de jaarlijkse Airborne-wedstrijd. Kashia verliet Nederland met een levenslang aandenken in de vorm van een tatoeage, die verwees naar de Slag om Arnhem: Lest we forget. Het zijn verhalen van hoop, vrijheidsdrang en menselijkheid. Samen vormen ze één groot verhaal: de ontstaansgeschiedenis van ons geliefde Arnhem van nu. We geven die verhalen van generatie op generatie door. Hier vandaag en op onze scholen. En ook via de lichtbeelden op belangrijke Arnhemse gebouwen, die vertellen wat zij tachtig jaar geleden beleefden. Als stenen konden spreken…

Straks lopen wij samen naar het Airborne-monument. Dat is het restant van een zuil van het kapotgeschoten Paleis van Justitie. Van de Eusebius, het symbool van onze wederopbouw, gaan we naar de zuil, het symbool van de rechtsorde waarop die wederopbouw rust. Een afbeelding van de zuil zie ik dagelijks in mijn werkkamer. Dat was het werk van de naoorlogse burgemeester Matser. In het raam staat deze zuil der gerechtigheid in het midden. Afgebeeld in de Eusebiustoren, tussen de vernietiging in september 1944 en de wederopbouw. Bij die zuil zullen wij straks staan. Arnhemmers, zij aan zij met onze vrienden uit de landen die voor ons gevochten hebben. Want het Arnhemse verhaal is ook dat van internationale samenwerking, solidariteit en vriendschap. Met twee oorlogen vlakbij Europa is dat verhaal urgenter dan het in lange tijd geweest is. Het is het verhaal van de opbouw van een democratische rechtsorde in dit deel van de wereld. Waardoor we hier al bijna tachtig jaar in vrede leven.

Dat is een historische prestatie waarop we trots mogen zijn. Maar hoe kunnen we werkelijk trots zijn als op korte afstand nog altijd dagelijks mensen sterven door verwoestend en uitzichtloos geweld? Echt trots kunnen we zijn als we ons uiterste best doen om het bloedvergieten te stoppen. Om te streven naar gerechtigheid en vrede in Oekraïne en het Midden-Oosten. Het is onze plicht om onze Oekraïense vrienden te blijven steunen, ook als dat een lange adem vergt. Hun leed is ons leed. Het is onze plicht om bij te dragen aan een rechtvaardige vrede tussen Israël en de Palestijnen, te beginnen met een staakt-het-vuren. Nog altijd klinkt aan beide kanten de hoopvolle stem van de redelijkheid. Aan ons de taak om haar duizendvoudig te versterken. Het is onze plicht om te helpen bij het creëren en versterken van democratische rechtsstaten. Die de veerkracht creëren om te bouwen. Net als toen, hier in Arnhem.

En het is onze plicht om nooit te vergeten dat we ook onze eigen democratieën moeten koesteren en beschermen. Zodat we de voorbeelden zijn die we graag willen zijn. Beste aanwezigen, De herinnering aan het verleden is een opdracht voor vandaag. Daarom roep ik Nederland, Europa en onze overzeese bondgenoten op om democratie, gerechtigheid en vrede altijd voorop te stellen. Als we dat doen, dán hebben we geleerd van wat hier gebeurd is. Dán kunnen we trots zijn. Op de brokstukken van de uitgebrande Eusebius begon de Arnhemse geschiedenis destijds opnieuw. Tachtig jaar later leven wij nog steeds in vrede. Laten wij doen wat we kunnen om anderen die kans ook te bieden. Beter kunnen wij de strijders, slachtoffers en evacués van 1944 niet eren.

Dank u wel.